Page 166 - Webbook_ned_03
P. 166
Tranen ( Popline 1e periode )
Voor zakelijk succes was de opleiding van deskundigen urgent .
vloog ik naar Australië met 14 mensen en 7 medewerkers die inter
esse hadden getoond in mijn bedrijf .
Uiteraard moest ik alle kosten betalen .
In feite was het een gok .
de training voor deze 14 mensen op een mislukking zou uitlopen , z
ou ik voor een nog moeilijkere situatie komen te staan .
Dus riskeerde ik mijn leven en ging naar Australië .
Omdat iedereen zei dat ze gratis naar Australië gingen, dachten me
nsen dat ze naar de bezienswaardigheden gingen en ontstond er ve
el ophef.
Dat was het niet .
Er waren mensen die voor het eerst een vliegtuig namen , en de he
er Seo Ki-seok ( later CEO van GOB ) , die destijds met mij meegi
ng, dacht alleen aan drinken op de grond en gaf ze gratis drankjes i
n het vliegtuig .
De stewardess had last van zoveel stinkende, ingelegde perillablaad
jes die ze als bijgerecht had meegenomen om in Australië te eten ,
en het was een lust voor het oog .
We kwamen aan in Brisbane , Australië ,
We pakten uit in de dojo van Yoon Jeong-do, gerund door een Kor
eaan.
Op de eerste dag hadden ze onderling een ontmoeting .
En ik liet de medewerker die met hen meeging aantekeningen make
n over wat voor soort gedachten ze hadden .
Ze waren vol ontevredenheid en er kwamen allerlei meningen naar
boven, zoals waarom ze ons helemaal naar Australië hadden
gebracht en dat ze ons niet met rust zouden laten tenzij er iets bijz
onders was .
Alles was gewoon geweldige inhoud . Eerlijk gezegd was ik uitgepu
t .
Hoe kunnen mensen dat doen ?
Ik zou dankbaar moeten zijn dat ik alleen maar met het vliegtuig he
b mogen vliegen, eten heb gegeven en in slaap heb gebracht zonder
ook maar een cent te betalen , maar ik probeer je ook de theorie te
leren van het systeem dat ik heb gecreëerd, zodat we goed kunnen
leven . presenteer een visie voor ons om samen te werken om een
goed leven te leiden , maar we vechten om alles. Alles was vol onte
vredenheid .
QR Zonder iets te zeggen vervolgde ik de lezing .
166